Het oor dat hoort en het oog dat ziet,
de HERE heeft beide gemaakt
(Spreuken 20:12).
Duizenden wezens hebben kenmerkende oren en ogen
waardoor zij het nodige kunnen horen en zien. Kwamen deze
ingewikkelde waarnemingsorganen door evolutie per toeval uit
dode materie tot stand of werden zij door God geschapen,
zoals de bijbel zegt?
Laten wij het menselijke oor onder de loep nemen.
Door middel van een prachtig mechanisme, kunnen wij
horen! Wij kunnen muziek beluisteren. Wij kunnen vogels
horen zingen. Wij kunnen de stem van geliefden herkennen.
Terwijl ik spreek, bewegen mijn diafragma, stembanden,
keel, mond, tanden, lippen en tong op ingewikkelde manieren
om een complex van geluidsgolven te produceren, trillingen in
de lucht.
Er wordt een boodschap verzonden! Kunt u die horen?
Bent u aan het luisteren?
Een schelpvormig voorwerp aan elke kant van uw hoofd
vangt de geluidsgolven op en stelt u in staat om de richting van
de geluidsbron te kennen. De golven wervelen rond en komen
de gehoorgang binnen. De tere huid van dit kanaal groeit naar
buiten toe met 2 of 3 mm per dag om zich continu te
vernieuwen.
Het buitenste gedeelte van dit kanaal is bedekt met een
waterafstotende, wasachtige substantie die vuil vasthoudt en
helpt om water uit uw oren te houden. Het binnenste deel van
het kanaal heeft deze substantie niet, daarom zou u nooit een
zwabber in uw oor mogen porren, of de was kan te ver worden
teruggedrukt en het kanaal blokkeren. Toen ik een jongen was,
waarschuwde mijn vader mij om niets behalve mijn elleboog in
mijn oor te steken.
De achterkant van de gehoorgang wordt door een
membraan afgesloten dat het trommelvlies wordt genoemd. De
geluidsgolven van mijn stem laten dit membraan trillen. Zo
worden de luchttrillingen omgezet in mechanische trillingen.
Aan de binnenkant van het trommelvlies zit een
hefboomsysteem dat bestaat uit drie kleine botten. Zij maken
de mechanische trillingen 22 maal sterker en geven ze door
aan de voetplaat die in direct contact met de vloeistof in het
binnenoor staat. Zo worden de zwakke mechanische trillingen
omgezet in veel sterkere hydraulische trillingen.
Om de druk aan beide kanten van het trommelvlies gelijk
te houden, loopt een buis (de buis van Eustachius) van achter
het trommelvlies naar uw keel. Slikken helpt de druk desnoods
in evenwicht te brengen.
Het binnenoor zet de hydraulische trillingen om in
zenuwimpulsen.
De vestibule in het binnenoor zorgt ook voor evenwicht en
oriëntatie. Werkende enigszins als een waterpas, kunt u weten
welke richting naar beneden is en krijgt u een gevoel van
beweging, wat uw zesde zintuig is.
Ronddraaien doet deze vloeistof rondklotsen, waardoor u
duizelig wordt omdat uw hersenen niet meer weten welke kant
omhoog is. De sensoren in de vestibule worden ook gebruikt
om het visuele beeld in uw hersenen rechtop en stabiel te
houden wanneer u uw hoofd beweegt of schuin houdt.
Het achterste deel van het binnenoor is een opgerold
kanaal enigszins met de vorm van een slakkenhuis. Het bevat
een uiterst complex systeem van zenuwreceptoren, haarcellen
genoemd, dat frequenties van 20 cycli per seconde tot 20.000
cycli per seconde kan detecteren. De fysieke verwerking van
een dergelijk breed scala frequenties is een verbazingwekkende
technische prestatie, vooral omdat het gebeurt in een
biologisch apparaatje ter grootte van een erwt.
De afnemende diameter van de spiraal zorgt ervoor dat de
golftoppen van de verschillende frequenties op verschillende
plaatsen op de wanden slaan, waardoor de zenuwen de
ontvangst van die specifieke frequentie aan de hersenen
kunnen melden. 23.500 sensoren sturen deze signalen naar de
hersenen via de akoestische zenuw, een bundel van ongeveer
30.000 afzonderlijke vezels.
Deze vezels zijn volgens frequentie gegroepeerd en de
intensiteit van een geluid wordt aangegeven door het aantal
vezels dat het geluid draagt. Deze signalen gaan naar
verschillende delen van de hersenen, waar de signalen van de
twee oren worden gemengd, gedecodeerd, onbeduidende
signalen worden uitgefilterd en betekenisvolle signalen worden
opgevolgd en in het geheugen opgeslagen.
Duizenden verschillende schepselen hebben verschillende
soorten oren die speciaal voor hun behoeften geschikt zijn.
Het is niet logisch om te geloven dat zo'n ingewikkeld
gehoorapparaat spontaan uit dode materie is ontstaan! God
schiep het oor, zoals de Bijbel zegt. Iets van die complexiteit
kon niet per toeval evolueren, zelfs niet in miljarden miljard
jaar!
Wij hebben oren, maar luisteren wij?
Luisteren wij naar Degene die onze oren heeft gemaakt?
Na de gedaanteverandering van Jezus op de berg zei een
Stem uit de hemel: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik
mijn welbehagen heb; hoort naar Hem! (Matteüs 17:5).
Jezus zei dat sommigen weigeren te luisteren: Want het
hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend
geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet
zien met hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun
hart niet verstaan en zich bekeren, en Ik hen zou genezen.
Maar uw ogen zijn zalig, omdat zij zien en uw oren, omdat zij
horen (Matteüs 13:15, 16).
Jezus spraak de waarheid op een te nemen of te laten
basis: Wie oren heeft, die hore! (Matteüs 11:15).
Wie kinderen heeft, weet dat het mogelijk is om hoorbare
woorden te negeren en gewoon niet te horen! Luisteren wij
naar onze Vader? Zijn wij gewillige hoorders van Gods woord?
In de gelijkenis van de zaaier zei Jezus dat mensen met een goed hart Gods woord zullen horen en gehoorzamen: Dat in goede aarde, dat zijn zij, die met een goed en vroom hart het woord gehoord hebbende, dat vasthouden en vrucht dragen in volharding (Lucas 8:15).
Jezus waarschuwde ook: Ziet toe, wat gij hoort (Marcus
4:24). Hij heeft eens tegen de menigte gezegd: Hoort allen
naar Mij en verstaat wèl, ... (Marcus 7:14). En eens vertelde
hij zijn discipelen: Legt gij deze woorden in uw oren (Lucas
9:44).
Jezus zegt dat Gods gezin bestaat uit hen die naar de
Vader luisteren: Mijn moeder en mijn broeders zijn dezen, die
het woord Gods horen en doen (Lucas 8:21). Hij zei ook: Wie
uit God is, hoort de woorden Gods (Johannes 8:47); Mijn
schapen horen naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij
(Johannes 10:27); Een ieder, die uit de waarheid is, hoort
naar mijn stem (Johannes 18:37).
Paulus waarschuwde Timoteüs dat sommigen hun oren
van de waarheid zullen afwenden: Verkondig het woord, dring
erop aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig
met alle lankmoedigheid en onderrichting. Want er komt een
tijd, dat (de mensen) de gezonde leer niet (meer) zullen
verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen
begeerte zich (tal van) leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun
oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels
keren (2 Timoteüs 4:2 t/m 4).
Zeven keer in Openbaring (in de brieven aan de zeven
gemeenten van Klein-Azië) beveelt Christus: Wie een oor
heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.1 De
Geest spreekt tot ons door de heilige Schrift: En wij achten
het profetische woord (daarom) des te vaster, en gij doet wèl,
er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere
plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw
harten. Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift
een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie
voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de heilige
Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken
(2 Petrus 1:19 t/m 21).
Luisteren wij? Horen wij wat de Geest tot de gemeenten
zegt? Zijn wij Gods woord gehoorzaam?
Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te
onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in
de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle
goed werk volkomen toegerust (2 Timoteüs 3:16, 17).
Velen die zich christen noemen, luisteren niet naar wat de
Geest tot de gemeenten zegt. Ze volgen liever hun eigen
grillen, de nieuwste trend of de tradities van mensen.
De enige manier om echt een gemeente van Christus te
zijn, de enige manier om echt een christen te zijn, is te
luisteren naar wat de Geest tot de gemeenten zegt.
In de evangeliën riep Jezus keer op keer: Als iemand
oren heeft om te horen, laat hem dan horen.2 En in
Openbaring 13:9, als het Nieuwe Testament ten einde loopt,
lezen wij opnieuw: Indien iemand een oor heeft, die hore!
Het oor dat hoort en het oog dat ziet, de HERE heeft
beide gemaakt (Spreuken 20:12).
Laten wij God danken voor onze fantastische oren en laten wij
luisteren naar Gods machtig Woord! Amen!
Roy Davison
De schriftgedeelten in dit artikel zijn uit de NBG-1951 Vertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap.
Eindnotas:
1 Openbaring 2:7, 11, 17, 29; 3:6, 13, 22.